Spring naar hoofd-inhoud

Oudfriese grafsteen teruggevonden

De steen van Tjepke van Oenema

V.l.n.r. Jacob van der Vaart (Argeologysk Wurkferbân) en Melle Koopmans en Hessel de Walle van de grafschriftencommissie

De kerk van Terkaple, met op de voorgrond de bijzonder grote grafsteen van Douwe van Roorda en zijn vrouw Elisabeth Borghreeff. Foto's: Hendrik de Jong

Bij de restauratie van de kerk van Terkaple is deze week een 531 jaar oude grafzerk tevoorschijn gekomen. Dat meldt de Grafschriftencommissie, een vrijwilligerskring van het Genealogysk Wurkferbân van de Fryske Akademy.

De steen uit 1485 is van de Friese edelman Tjepke van Oenema en heeft als inscriptie:

    M CCCC en LXXXV do staerf Tyepka Onama op may dey. Biddet foer die syel en Pater noster

De steen is daarmee de op één na oudste grafinscriptie met Oudfriese woorden die ons op dit moment bekend is. De oudste grafsteen met Oudfriese kenmerken komt uit 1476, van een priester Dirk in de kerk van Beers:

    Int iaer ons here MCCCCLXXVI doe staerf her Dirck personer to Bers des tours deis voer palma bid voer die ziel

In de bronnen was de grafsteen van Tjepke van Oenema in de kerk van Terkaple al bekend; in het jaarboek De Vrije Fries van 1842 wordt de steen beschreven, maar de inscriptie werd toen niet correct weergegeven.

De steen is van rode zandsteen gemaakt, afkomstig uit Duitsland, en was volgens de Grafschriftencommissie waarschijnlijk eerder – in de 11de of 12de eeuw – gebruikt als een graflid zonder tekst op een sarcofaag.

Verslag door de Grafschriftencommisie
De kerk van Terkaple wordt op dit moment – zomer en herfst 2016 – gerestaureerd. In de kerk was voor bezoekers een aantal grafstenen al zichtbaar onder een triplexplaat. De oudste steen, uit de mid-16de eeuw, is van edelman Keimpe van Oenema en zijn zuster Doutje. Een andere is een grote 17de-eeuwse steen met een lengte van 405 centimeter en een breedte van 225 centimeter, mogelijk de grootste van Friesland. Het is de steen van Douwe van Roorda en zijn vrouw. 

In een artikel uit het jaarboek De Vrije Fries van 1842, 'De kerk te Terkaple van binnen, den 3 September 1840 opgenomen' (pdf), worden deze twee stenen genoemd, maar ook nog een derde – die van Tjepke van Oenema:

    In het jaar ons Heren M CCCC LXXXV do staerf TYEPKA ONAMA , op Maydey. Biddet foer die syel en Pater noster

Deze steen is in week 38 opnieuw tevoorschijn gekomen. Dit gaf ons de kans om de tekst nogmaals kritisch te bekijken. Nu lezen wij: 

    M CCCC LXXXV do staerf tyepka onama op may[dey] biddet foer [die syel en pater noster]

Het stuk tussen haakjes is moeilijk te lezen. Opvallend is dat het eerste stuk ontbreekt. Het zou natuurlijk kunnen dat een gedeelte van de steen afgebroken en verdwenen is, maar daar lijkt het niet op. Het stuk In het jaar ons Heren is waarschijnlijk aan de fantasie van de schrijvers ontsproten. Op stenen van vergelijkbare ouderdom begint de tekst met int iaer ons heren.

Volgens de publicaties van Reinder S. Roorda zouden zich in deze kerk nog twee zerken hebben bevonden, maar die zijn tot nu toe niet teruggevonden.

De steen van Oenema ligt nu, samen met een altaarsteen uit de 14de of 15de eeuw, beschermd onder een triplexplaat.

Komende dinsdag gaat het bouwbedrijf verder met de restauratie van de kerk.

Hessel de Walle en Hendrik de Jong