Spring naar hoofd-inhoud

Conserverende krachten in taal

Hoe komt het dat bepaalde onregelmatige verschijnselen in taal langer bewaard zijn dan andere? Arjen Versloot en Eric Hoekstra hebben een artikel geschreven over conserverende krachten in taal voor het wetenschappelijk tijdschrift Morphology. Een samenvatting is hier te lezen en op de website It Nijs.

Arjen Versloot en Eric Hoekstra hebben een artikel geschreven over conserverende krachten in taal. Hoe komt het dat bepaalde onregelmatige verschijnselen in taal langer bewaard zijn dan andere?

Het artikel behandelt die vraag door onregelmatige meervouden in het Fries onder de loep te nemen. Een voorbeeld van een onregelmatig meervoud is het woord voor schaap: skiep - skiep. Het meervoud is onregelmatig, in dit geval identiek aan het enkelvoud. Regelmatig zou zijn skiep - skieppen, dat soms ook wel gehoord kan worden. Schapen zijn in onze moderne maatschappij minder belangrijk zijn dan in het agrarische verleden, zodat het woord minder vaak gebruikt wordt. Dan verliest zo’n woord zijn onregelmatigheid en wordt gemakkelijk regelmatig gemaakt. Je ziet ook wel dat mensen proberen het onregelmatige meervoud te vermijden door een verkleinwoord te gebruiken: skiepkes. Dat is in veeg teken voor het onregelmatige meervoud skiep.  Ook onregelmatig is in het Fries dei - dagen. Regelmatig zou zijn dei - deien. Een derde voorbeeld betreft het woord voor boon: bean - beane. Regelmatig zou zijn beannen, dat tegenwoordig ook wel gehoord wordt.

Hoekstra en Versloot hebben bekeken hoe het komt dat onregelmatige meervouden soms eeuwen lang kunnen blijven bestaan. Ze komen uit op drie factoren die van invloed zijn.

De eerste factor van belang is frequentie ofwel: hoe vaak wordt een woord gebruikt? Een onregelmatig meervoud zoals bern - bern (dat is Fries voor kind - kinderen) blijft vooral bestaan omdat dit woord zo vaak in gesprekken voorkomt en daardoor goed in het geheugen van mensen verankerd is. Zodoende is het Nederlandse meervoud voor dit woord ook onregelmatig, net als in het Engels (child - children).

De tweede factor betreft proportionele frequentie: als een onregelmatig meervoud vaak voorkomt in vergelijking met het enkelvoud, dan heeft het ook meer kans om te blijven bestaan. Een voorbeeld is het woord voor boon - bonen, bean - beane. Het meervoud komt daar vaker voor dan het enkelvoud, want je praat vaker over bruine bonen dan over een specifieke bruine boon. Zo praat je ook vaker over laarzen dan over een individuele laars. Het woord voor laarzen is daardoor in het Fries onregelmatig geworden: lears - learzens. Het onregelmatige meervoud beane heeft in het Fries eeuwen lang stand gehouden, deels omdat Friesland een provincie was waar de landbouw erg belangrijk was. Pas in onze tijd is dit onregelmatige meervoud bezweken en vervangen door het regelmatige beannen. Daarbij is een betekenisspecialisatie opgetreden. Beannen wordt gebruikt voor de erwten los van de peulen, als in brune beannen. Het verkleinwoord beantsjes wordt gebruikt voor de peulvruchten met de erwten erin, wat in het Nederlands sperziebonen of slabonen heet.

De derde factor is ‘salience’ ofwel opvallendheid. Hoe meer een meervoud verschilt van een enkelvoud, hoe beter mensen het kunnen onthouden, omdat het zo opvallend is. Een voorbeeld is dei - dagen. Het meervoud is totaal anders dan het enkelvoud. Enkelvoud en meervoud delen maar één letter, namelijk de d aan het begin. Doordat het meervoud zo anders is dan het enkelvoud, valt het enorm op en blijft door de eeuwen heen goed bewaard. Verder blijft dit meervoud ook goed bewaard omdat het in twee opzichten niet op zichzelf staat. In het Fries hebben we ook nog wei - wegen. Omdat deze twee onregelmatige meervouden zo op elkaar lijken, wegen en dagen, hebben ze steun aan elkaar. Dat ze identiek zijn met hun Nederlandse equivalenten helpt natuurlijk ook, maar geeft niet de doorslag; kijk maar naar bern of skiep, die al heel lang bestaan terwijl ze niet door het Nederlands gesteund worden. 

Alle drie factoren zijn ongeveer even belangrijk voor de instandhouding van onregelmatige meervouden. De studie van Hoekstra & Versloot analyseert historische gegevens uit het Fries, maar het idee is dat de genoemde factoren ook in andere talen een rol spelen als het gaat om het bewaren van onregelmatigheid.

 

Bibliografie

Hoekstra, E. & Versloot, A.P. (2018) Factors promoting the retention of irregularity. On the interplay of salience, absolute frequency and proportional frequency.
doi.org/10.1007/s11525-018-9334-2
http://link.springer.com/article/10.1007/s11525-018-9334-2