Spring naar hoofd-inhoud

Over Fries literair zelfvertrouwen

Een eerdere versie van dit stuk verscheen in het Friesch Dagblad van 2 november 2017.

 

Over literair zelfvertrouwen in Fryslân

Is het erg dat het Friese boekenweekgeschenk een vertaling uit het Nederlands wordt? Welnee! Vertalen getuigt evenzeer van een overvloed aan literair zelfvertrouwen.

Reinier Salverda & Eric Hoekstra

Het boekenweekgeschenk

Het Nederlandse boekenweekgeschenk ligt in 2018 vanaf 10 maart in de boekhandels. Wie voor € 12,50 aan boeken koopt, krijgt het boekenweekgeschenk er gratis bij. Het geschenk van 2018 heet “Gezien de feiten” en is geschreven door de Vlaamse Griet op de Beeck. Haar karakteristieke thema is slachtoffertrauma, zelfhulp en verzoening. Een Friese vertaling van dat werk is het Friese boekenweekgeschenk.

Fryslân had altijd zijn eigen boekenweekgeschenk, een origineel werk geschreven in het Fries door een Friese auteur. Het eerste Friese boekenweekgeschenk werd in 1940 verspreid. Het heette “Friezen lêz Frysk! In karsamling út de bêste Fryske boeken fen de lêste tiid.” Vooral de boeken van Brolsma, Haisma en Van Houten zijn in die Friese boekenweek druk verkocht.

In 2018 heeft de Afûk in overleg met het CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) ervoor gekozen om niet een oorspronkelijk Fries boek te laten schrijven, maar een Friese vertaling uit het Nederlands te laten maken. Dit wordt door bijvoorbeeld Abe de Vries en anderen als een motie van wantrouwen ten opzichte van de Friese literatuur gezien. FD-redacteur HB spreekt in een opinieartikel van 25 oktober van een “gebrek aan literair zelfvertrouwen”.

Toch is dit niet noodzakelijk het geval. Vertalen getuigt ook van een overvloed aan literair zelfvertrouwen. Waarom zijn de complete Bijbel, Homeros en Shakespeare wel in het Fries vertaald maar niet in het Gronings? Juist. Door een overschot aan literair zelfvertrouwen. We hebben in het Fries ook al een vertaling van het werk Kaas van de Vlaming Elschot, dus met Griet op de Beeck zal het ook wel lukken. Daarnaast zijn in het Fries vertaald bijvoorbeeld: Heine, Nietzsche, Bommel, Dante, Erasmus, Poe, Anne Frank, Herman Gorter, ga zo maar door. Omgekeerd zien we in het Nederlands en het Engels vertaald: Tsjêbbe Hettinga, Obe Postma, Jabik Veenbaas, Ype Poortinga, Rink van der Velde, Hylke Speerstra, Tiny Mulder, Albertina Soepboer, ensafh. Een levendig literair grensverkeer dus, als relevante context bij de huidige discussie over het Boekenweekgeschenk.

Anders gezegd: vertalingen verrijken de Friese cultuur met bijzondere werken, die dan direct toegankelijk zijn in de Friese taal. Precies hetzelfde kunnen we zeggen over tweetalig publiceren, over vergelijkend literatuuronderzoek, Fries en Nederlands naast elkaar. Het jongste nummer van It Beaken gaat toevallig over Friese en andere literatuur (Nederlands, Engels). Door zo’n open grens benadering komt de Friese literatuur juist goed uit de verf, wordt er een vergelijkend licht op geschenen. Met vertalen is niks mis. Het gaat er niet alleen om dat de Friese literatuur buiten Fryslân gepromoot wordt (zoals HB suggereert en ook nog steeds door velen gedacht wordt), we willen tevens de rijkdom van andere literaturen binnen het Fries trekken.

Tevens wordt gesuggereerd dat er sprake zou zijn van een trend, om vertalingen boven ‘eigen werk’ te laten prevaleren. Daar zijn twee dingen tegen in te brengen. Inderdaad wordt ook het boek van Paulo Coelho over Mata Hari zowel in het Fries als het Nederlands uitgebracht, net als het boekje van Griet op de Beeck. Maar om bij twee van dergelijke gevallen al van een trend te spreken? Punt twee: laten we niet vergeten dat er enkele decennia lang op vertalingen is neergekeken, dat er geen subsidie voor was, dat Klaas Bruinsma zijn meesterlijke vertalingen van klassiekers niet gepubliceerd kon krijgen, terwijl elke Fries werkje gepubliceerd werd, al hoe gebrekkig van literaire kwaliteit ook. Zo bekeken is het niet meer dan een staaltje van culturele rechtvaardigheid dat vertalingen nu ook stevig verankerd worden in de Friese literatuur. Friese schrijvers, meet U niet langer met elkaar, meet U ook eens met nationale en internationale bestsellers! Speel eens een wedstrijd in de Champions League!

De afwijzende reactie is niettemin begrijpelijk, zeker vanuit de broodwinning van Friese schrijvers gedacht. Al zullen Friese vertalers juist weer blij zijn met dit initiatief. Het boek van Op de Beeck is overigens vertaald door de schrijfster-vertaler Jetske Bilker. Trouwens, veel schrijvers beginnen als vertaler. Het is een goede manier om het vak te leren. Zo begon Tiny Mulder met de vertaling van een Helgolands kinderboek van James Kruess. Dat is van alle tijden en van alle talen. Shakespeare ‘stal’ zijn plots uit Italiaanse en Spaanse verhalen. Een dergelijk leentjebuur spelen leert je andermans kunst van binnen te begrijpen, waarna de debutant op eigen benen verder kan schrijven in zijn of haar eigen taal. Niks ten nadele van vertalers en vertalingen!

Werhelling fan setten

Echter, wat zouden Nederlandse schrijvers zeggen als het Nederlandse boekenweekgeschenk uit het Engels vertaald zou worden? Dat gebeurde in 2001 met een boek van Salman Rushdie. Welnu, de protesten waren niet van de lucht. Zo gezien is wat nu in Fryslân gebeurt een herhaling van zetten van wat in 2001 in Nederland gebeurde. En de reactie is in beide gevallen hetzelfde.

Zoals nu met Op de Beeck en toendertijd met Rushdie was het motief voor de vertaalstap commercieel. Toch is commercie niet per definitie verkeerd. Dat is het pas als het ten koste van iets waardevols gaat. Een eenmalige vertaalstunt is niet verkeerd. Zou het elk jaar gebeuren, dan doet het schade aan de productie en status van oorspronkelijke Friese literatuur. Maar daar is nog lang geen sprake van.

We kunnen het idee van een vertaling ook anders gebruiken. HB wijst er al op dat het veel logischer is het om een Fries boek te vertalen naar het Nederlands, om zo de Friese cultuur uit te dragen naar de bezoekers. Zo verscheen De Treastfûgel van Hylke Speerstra als Fries boekenweekgeschenk maar werd ook in het Nederlands vertaald. Men kan zich voorstellen dat bezoekers van KH2018 Engelstalige en Nederlandstalige boeken in en over Friese literatuur ter beschikking kunnen krijgen.

Nog beter zou het zijn als het Nederlandse Boekenweekgeschenk eens door een Friese auteur zou worden geschreven. De (Friese) verbeelding aan de macht! En dat gebeurt trouwens op 23 en 24 april 2018, wanneer we namens de Fryske Akademy (zie de website) in de Harmonie een tweedaags congres over Friese literatuur organiseren met sprekers uit binnenland en buitenland. Uit het buitenland komt bijvoorbeeld een Canadese schrijver / theoloog, uit Tsjechië een hoogleraar die al meerdere literatuurgeschiedenissen op zijn naam heeft staan, en er komen bekende namen uit ons eigen mooie Nederfriesland. Het programma wordt binnenkort bekend gemaakt. Aan literair zelfvertrouwen hier geen gebrek.

 

Reinier Salverda en Eric Hoekstra zijn het het Literair Netwerk van de Fryske Akademy.