Spring naar hoofd-inhoud

Tussen leenwoord en purisme

In elke situatie waar lexicografen moeten werken met asymmetrische tweetaligheid, zijn zij gedwongen om de keuze te maken tussen het accepteren en het afwijzen van de invloed die de grote, dominante taal op de kleine, zwakkere taal uitoefent. Kort gezegd, de lexicograaf moet dikwijls kiezen tussen het meer ingeburgerde leenwoord en het minder gangbare purisme. De Friese lexicografie kent hiervan tal van voorbeelden.

De sociale positie en de status van een kleine taal wordt bepaald door het aantal sprekers van die taal, de staat waarin de taalsprekers wonen, de staatsvorm, de economische en politieke situatie en de geschiedenis. Die aspecten beïnvloeden andersom ook de mogelijkheden en onmogelijkheden van een relevante tweetalige lexicografie.

Die thematiek was het onderwerp van een congres over 'The Role of Lexicography in Standardisation and Purification of Lesser Used Languages', dat in april 2015 werd georganiseerd door de Fryske Akademy in Leeuwarden, een instelling die zich onder meer zelf met de lexicografie van de Friese taal bezighoudt. Na het congres hebben de sprekers hun lezingen tot artikels uitgewerkt. Die artikels zijn nu gepubliceerd in een speciaalnummer van International Journal of Lexicography.

Het nummer, onder gastredactie van Frits van der Kuip en Willem Visser, brengt bijdragen bijeen over lexicografische kwesties in het Fries, het Baskisch, het Estisch, de Vlaamse gebarentaal, het Iers Gaelic en het Welsh.

Ga naar: