Spring naar hoofd-inhoud

Werkgelegenheid gegroeid in NOF

V.l.n.r. Jelle Boerema, Johannes Kramer en Marijn Molema met de Vitaliteitsscan, 19 juni 2018.

Vandaag werd op de Fryske Akademy de Economische Vitaliteitsscan Noordoost-Fryslân 2018 gepresenteerd. De eerste exemplaren werden overhandigd aan gedeputeerde Johannes Kramer en aan wethouder van Kollumerland Jelle Boerema, tevens voorzitter van de stuurgroep regiomarketing.

Uit de Vitaliteitsscan, die de Fryske Akademy met steun van de provincie Fryslân uitvoert, blijkt een voorzichtig herstel van de werkgelegenheid in de regio. Het aantal werkzoekenden in deze regio is in 2017 gedaald met 33 procent.

In hetzelfde jaar daalde het aantal inwoners lichtelijk met 302 personen naar een totaal van 124.004 op 1 januari 2018. Ook al hebben sommige woonkernen veel werkgelegenheid verloren en blijft de regio economisch kwetsbaar, toch beveelt het rapport aan om genuanceerd over krimp te denken en ruimte voor ontwikkeling te bieden in centrumplaatsen als Buitenpost, Burgum, Dokkum, Kollum en Surhuisterveen.

Sterke sectoren: bouw, metaal en agrofood
Dit is het derde jaar dat er een Vitaliteitsscan Noordoost-Fryslân gepubliceerd is. Eerdere versies verschenen in 2016 en 2017. In de editie 2018 zijn de gevolgen voor Noordoost-Fryslân van de economische concentratiepolitiek in de A7-zone onderzocht. Toekomstige omgevingsvisies moeten meer aandacht schenken aan de sterke sectoren van de regio, aldus het rapport. Dat zijn in Noordoost-Fryslân met name bouw, metaal en agrofood. Ook moet verkend worden hoe de regio kan aansluiten bij het economische beleid voor onder andere Leeuwarden en Drachten.

Streekmerken
Daarnaast is verdiepend onderzoek gedaan naar de toeristisch-recreatieve sector. De gemeenten in Noordoost-Fryslân werken namelijk aan een nieuwe visie Recreatie & Toerisme. In 2017 werkten hierin 2.062 mensen oftewel 5,2 procent van de totale werkgelegenheid in Noordoost-Fryslân. Als het gaat om het aantal overnachtingen, presteert de regio flink onder de Waddeneilanden en Zuidwest-Fryslân, maar beter dan Zuidoost- en Noordwest-Fryslân. De toeristisch-recreatieve sector biedt kansen voor cross-overs: verbindingen met andere beleidsopgaven, zoals duurzame landbouw en versterking van het cultuurhistorisch erfgoed.

Beleidsmakers en ondernemers willen de sector versterken door duidelijke ‘streekmerken’ in de markt te zetten. Naast de stad Dokkum worden er vier landschappen als streekmerk onderscheiden: Nationaal Park de Alde Feanen, Nationaal Park Lauwersmeer, het nationale landschap de Noardlike Fryske Wâlden en de Waddenkust. Het rapport ziet een urgent belang in het verstevigen van provinciaal beleid voor nationale parken en nationale landschappen.