Skip to main content Skip to page footer

Sympoasium 'Watersnood 1825'

Sneon 12 april 2025, Ir. D.F. Woudagemaal, De Lemmer

Op sneon 12 april 2025 organisearret de Wurkgroep Maritime Skiednis fan de Fryske Akademy, yn oparbeidzjen mei it Frysk Skipfeartmuseum en Tresoar, in sympoasium oer dizze 'fergetten' natuerramp. 

Lotte Jensen (Radboud Universiteit Nijmegen), auteur fan it bekroande boek Wij en het water is de haadsprekker. Koartere foardrachten wurde fersoarge troch Otto Knottnerus, Frits David Zeiler, Mark Raat en Jan-Dirk Wassenaar. Hja geane yn op 'e wettersneed yn it Nederlânske en Dútske Waadgebiet, de tsjinramp yn Fryslân en op eigentiidske tsjûgenissen en egodokuminten. Erik Betten hâldt in fraachpetear mei auteur Hylke Speerstra. Dykgraaf Luzette Kroon slút mei in eigentiidske beskôging it sympoasium ôf.

It sympoasium fynt plak yn it Ir. D.F. Woudagemaal op De Lemmer. De gearkomste is ien fan de aktiviteiten dy’t organisearre wurdt yn it ramt fan it betinken fan de oerstreaming fan 1825, in inisjatyf fan de wurkgroep ‘De Vergeten Watersnood van 1825’. De yntree bedraacht €25,- (ynkl. lunch en eventueel in rûnlieiding) per persoan. 

Jo kinne online, fia it formulier hjirûnder of fia ús ticketshop, kaarten keapje. Wy hearre graach yn 't foar oft jo ek meigean wolle mei de rûnlieding.

 

Programma

Ynrin fan 10.00 ôf.

Iepening en wolkom troch deifoarsitter Hanno Brand (Fryske Akademy)

De nationale betekenis van de stormvloed van 1825: verleden, heden, toekomst

Tweehonderd jaar na dato is de stormvloed van 1825 herontdekt en terug van (nooit helemaal) weggeweest. In deze lezing richten we de blik op het verleden, het heden en de toekomst. Eerst duiken gaan we in de geschiedenis en gaan we in op de nationale betekenis van deze ramp in de negentiende eeuw: hoe verhoudt deze ramp zich tot andere grote watersnoden uit die tijd? Wat maakt 1825 anders of uniek? Vervolgens richten we de blik op het heden en de toekomst. Ik zal kort ingaan op de vraag hoe het komt dat deze ramp weer zo massaal in de belangstelling staat en hoe deze belangstelling zich verhoudt tot het denken over de (onzekere) toekomst.

De Gouden Hoep gebroken… en gedicht. Dijkzorg in Friesland voor en na 1825

Rond 1300 werd in het Rustinger Landrecht gesproken van de Gouden Hoep; een zeedijk die als een ring om Friesland om heel moest worden gelegd. Daaraan moesten alle inwoners hun kluitje bijdragen. In de lezing zal een kort overzicht worden gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen in de dijkzorg langs het noordelijk gedeelte van de Zuiderzee, in relatie tot de landaanwinning en het landverlies vanaf het ontstaan van die zee in de late 12de eeuw. Daarbij speelden gezagsverhoudingen, kennis van de waterbouw (vooral vanaf de 16de eeuw) en waarneming van natuurwetenschappelijke verschijnselen een steeds groter rol. Al in de 18de eeuw begon men gegevens te verzamelen over weersomstandigheden, verschijnselen als afslag en aangroei van land en de werking van de zich steeds weer verplaatsende geulen en stromingen. Na de watersnood van 1825 kwamen de ontwikkelingen in de spreekwoordelijke stroomversnelling en werd de Gouden Hoep dankzij de inzet twee geleerde Friese boeren, die mede de grondslag legden voor de moderne dijkbouw, gesloten.

Elkenien is útnûge foar in rûnlieding troch it Woudagemaal. Opjefte is lykwols needsaaklik en kin by de oankeap fan in tagongsbewiis (hjirûnder). 

Stormvloeden langs de Waddenkust, 1400-1825

Vaak wordt gesuggereerd dat stormvloeden van alle tijden zijn. Kijken we naar hoogte van de dijken (ca. 1 meter per eeuw erbij), dan blijkt dat anders te liggen. De middeleeuwse bewoners van het Waddengebied leefden nog in een amfibische omgeving die geregeld overstroomde. Met het verhogen van de dijken en het begin van offensieve bedijkingen

werd het gevaar van dijkdoorbraken steeds reëler. De stormvloeden van 1570, 1634, 1686 en 1717 waren dan ook dodelijker dan alles ervoor en erna. Pas dankzij staatsingrijpen werden de risico's weer beheersbaar.

'Waarom of waartoe? De watersnood vanuit godsdienstig perspectief'

De watersnood heeft tot een enorme stroom aan pennenvruchten geleid: gedichten en liederen, brieven en dagboeken, verslagen en gedenkboeken, preken en leerredenen. In een aantal daarvan is sprake van godsdienstige 'verwerking' van de ramp. Er zijn publicaties waarin de ramp als een straf van God wordt gezien. In andere domineert het gezichtspunt dat die als een pedagogisch middel van Godswege beschouwd moet worden. Dan komt een verlicht-christelijke benadering naar voren. Er moeten nog twee aspecten genoemd worden. In de eerste plaats komt de oproep tot liefdadigheid vaak voor. In de tweede plaats komen bepaalde regio's door de ramp duidelijker dan andere in beeld, ze worden expliciet als onderdeel van het nog jonge koninkrijk aangeduid. Zo komt groeiend nationaal besef tot uitdrukking.

Vraaggesprek met Hylke Speerstra (auteur van De Oerpolder) o.l.v. Erik Betten (Fries Scheepvaart Museum)

Skoft

Fries waterbeheer en 1825 als wake-up call

Al eeuwenlang functioneert het Lage Midden als natuurlijke waterberging van Friesland. Sinds de vroegste bewoning hebben Friezen ‘yn it fean’ polders aangelegd om zich te weren tegen overvloedig water. Tot ver in de negentiende eeuw was dat vooral een initiatief van particulieren. De provincie moedigde de bedijkingen aan, maar had weinig controle over de afwatering. Met een groeiend aantal polders werd ook het waterbeheer steeds moeilijker, vooral in jaren met natte winters. Vanaf de vroege negentiende eeuw hebben sommige Statenleden gepleit voor actievere rol van de provincie. Vele landeigenaren bleven zich echter verzetten tegen bemoeienis van hogerhand. De watersnoodramp van 1825 drukte Friesland met de neus op de feiten: er moest nu echt wat veranderen.

Mark Raat is promovendus by de Fryske Akademy / Universiteit Groningen. 

Een blik naar voren

De herdenking van de waternoodramp vormt aanleiding tot herbezinning en reflectie op de huidige problematiek van klimaatverandering, waterspiegelstijging en dijkonderhoud. Vallen er lessen te trekken uit het waterschapsbeleid van voorgaande eeuwen? Voor welke hedendaagse uitdagingen staat Friesland en wat is daarin de rol van overheid, waterschap en inwoners?

In gesellige neisit mei in in drankje en flaubyt. 


Kaartferkeap

De yntree fan it sympoasium bedraacht €25,- per persoan, ynklusyf lunch, kofje/tee en in rûnlieding troch it Woudagemaal. Der is beheind plak, dus wachtsje net te lang mei de oankeap fan in tagongskaart. Oan de doar binne gjin kaarten te keap.

Jo kinne online, fia it formulier hjirûnder of fia ús ticketshop, kaarten keapje. Wy hearre graach yn 't foar oft jo ek meigean wolle mei de rûnlieding.


Kontakt

Hawwe jo fragen oer it sympoasium of oer de kaartferkeap? Nim dan kontakt op mei de Fryske Akademy. 

Let op: it Woudagemaal kin gjin fragen beäntwurdzje oer it sympoasium.

 

Stipers

Dit betinkingssympoasium is mei mooglik makke troch finansjele stipe fan Stichting De Grote Zuidwesthoek en de Stichting Kingma.