Skip to main content Skip to page footer

Nieuwe sprekers van het Fries

Promotie van het leren en gebruik van de taal om revitalisatie te stimuleren

Kennisgebied: Taal en meertaligheid
Onderzoeksthema: De meertalige samenleving
Looptijd: 2020–2023
Coördinatie Fryske Akademy/Mercator: Dr. Ruth Kircher (hoofdonderzoeker Mercator)
Partners: Mirjam Vellinga / Afûk  (medeonderzoeker), Ethan Kutlu / University of Iowa, USA (onderzoeksmedewerker)
Financiering: Onderzoekssubsidie van Provinsje Fryslân (nûmer 01774057) aan Ruth Kircher en Mirjam Vellinga.
Meer informatie: Projectwebsite

Projectomschrijving

Het Fries, de tweede officiële taal in Nederland, is een minderheidstaal die door UNESCO is geclassificeerd als een taal die met uitsterven wordt bedreigd. De taal wordt voornamelijk beschermd en gestimuleerd door middel van provinciaal taalbeleid en taalplanning in de provincie Fryslân. Tot nu toe hebben dit beleid en deze planning zich vooral gericht op de 'traditionele' sprekers. Aanvullende maatregelen om het leren en gebruiken van de taal door 'nieuwe' sprekers te bevorderen zouden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de revitalisering van het Fries. Nieuwe sprekers van een minderheidstaal zijn mensen die thuis of in hun omgeving weinig of geen contact hadden met deze taal toen ze opgroeiden, maar die de taal pas op latere leeftijd leren. Als nieuwe sprekers actieve gebruikers van minderheidstalen worden, kunnen ze een sleutelrol spelen in het revitaliseren van minderheidstalen: ze kunnen het totale aantal gebruikers van minderheidstalen vergroten - en ze kunnen zelfs het taalgebruik onder traditionele sprekers bevorderen, door de sociale netwerken van volwassenen die minderheidstalen spreken uit te breiden en door de gemeenschappen waarin minderheidstaalsprekende kinderen opgroeien te versterken. Met name taalbeleid en planning met betrekking tot nieuwe sprekers moet niet gezien worden als een vervanging van steun voor traditionele sprekers. In plaats daarvan moet de eerste de tweede aanvullen: een werkelijk inclusieve benadering van de revitalisering van minderheidstalen moet de verschillende behoeften van de twee sprekersgroepen erkennen en ernaar streven om deze te consolideren.

Dit project richt zich op nieuwe sprekers van het West-Fries in de provincie Fryslân, in het noorden van Nederland. De deelnemers zijn 264 volwassenen die zijn/waren ingeschreven in Friese taalcursussen bij de Algemiene Fryske Ûnderrjocht Kommisje - de Algemene Friese Onderwijscommissie, meestal afgekort als 'Afûk'. Een vragenlijst werd gebruikt om zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens te verzamelen over de motivaties van deze nieuwe sprekers om Fries te leren, hun houding ten opzichte van de taal, hun ideologische evaluaties van de verschillende variëteiten en hun taalgebruikspatronen. De resultaten van het project worden beschreven in drie academische artikelen, die allemaal de implicaties van de bevindingen bespreken voor mogelijke taalplanningsmaatregelen om het leren en/of het gebruik van hetFries onder nieuwe sprekers te stimuleren. Bovendien bestaat de output van het project uit op onderzoek gebaseerde lesmaterialen voor Afûk-onderwijzers, een onderzoeksrapport voor de overheid van de provincie Fryslân en een op onderzoek gebaseerde taalpromotiecampagne.

De vragenlijst, de R-code voor data-analyse en verdere details zijn vrij toegankelijk via de projectpagina op het Open Science Framework.